Het spel

Enkelspel

De service wordt overeenkomstig het eigen aantal punten bij een stand van 0, 2, 4, 6... vanuit het rechterserveervak geslagen, bij een oneven stand vanuit het linkerserveervak. De service moet altijd in het diagonaal tegenoverliggende serveervak worden geslagen. De tegenstander moet in dit vak staan.

Dubbelspel

Voor de aanvang van de game beslissen de spelers wie als eerste gaat serveren c.q. ontvangen. De service wordt altijd in het diagonaal tegenoverliggende serveervak geslagen. De speler van een partij blijft net zo lang serveren totdat zijn partij een fout maakt. Na elk punt wisselt de serveerder van serveervak. De ontvangende spelers behouden het voor hun puntenachterstand overeenkomstige serveervak. Let op: wanneer tweemaal achtereenvolgens wordt geserveerd, mag nooit vanuit hetzelfde serveervak worden geslagen. Een ontvangende speler retourneert nooit twee achtereenvolgende services. Verliest een speler van een partij zijn serveerbeurt, dan mag zijn partner serveren. Hij serveert vanuit het vak vanwaaruit zijn partner de volgende service zou hebben gespeeld. Pas wanneer de serverende partij twee fouten heeft gemaakt of de shuttle tijdens de wedstrijd binnen hun speelhelft op de grond valt, mag de tegenpartij serveren. Uitzondering: bij het begin van een game mag de serverende partij slechts eenmaal serveren. Let op: bij het begin van een set en na elke servicewissel wordt de volgende service altijd vanuit het rechterserveervak geslagen. Dus: de speler die bij de aanvang van een set serveert, wisselt zoals bij het enkelspel als volgt van serveervak: 0, 2, 4 6... rechterserveervak: 1, 3, 5... linkerserveervak. Zijn partner doet dit in omgekeerde volgorde. De ontvangende partij gaat steeds op het serveervak staan dat met hun stand overeenkomt.

Verlenging

Komt men in een game tot de gelijke stand van 14-14, dan mag de partij die het eerst 14 heeft bereikt de game verlengen met 3 punten. Wordt er verlengd dan wint de partij die het eerst 17 punten heeft bereikt de game. Bij het dames enkel mag bij een stand van 10-10 worden verlengd (met 3 punten). Ook hier heeft de partij die het eerst 10 punten heeft bereikt het recht te verlengen. Een game eindigt dan bij 13 punten. (NB: deze regeling is pas sinds seizoen 1998-1999 van kracht!)

Fouten

Een deel van de shuttle bevindt zich bij de service boven het middel van de serveerder.

Beide voeten van de serveerder of ontvanger bevinden zich niet binnen het serveervak.

Het racketblad bevindt zich bij de service niet duidelijk onder de hand van de serveerder.

De shuttle valt na de service zonder dat de tegenstander hem heeft aangeraakt buiten het serveervak op de grond.

De shuttle komt buiten het speelveld terecht of wordt onder het net door geslagen.

Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn lichaam de shuttle of het net aan.

Een speler raakt tijdens de wedstrijd met zijn racket het net aan.

De shuttle raakt bij de service het plafond (hoogte van de hal meer dan 8 m; anders opnieuw serveren).

De shuttle wordt tijdens de wedstrijd tegen het plafond of een ander voorwerp buiten het speelveld geslagen.

Een speler probeert zijn tegenstander te misleiden of te hinderen.

Een speler vertraagt op reglementair ongeoorloofde wijze de wedstrijd.

Er mag opnieuw worden geserveerd wanneer:

De ontvangende partij nog niet klaarstond;
Niet duidelijk is of de shuttle in of uit was;
Er van buitenaf wordt gehinderd.